Ruimte voor niet weten
- Rebecca Bouhuijs

- 23 sep.
- 3 minuten om te lezen

In mindfulness en het boeddhisme wordt vaak gesproken over de beoefening van niet weten. Dat klinkt eenvoudig, maar voor mij is het misschien wel de moeilijkste én meest waardevolle les gebleken.
Sinds ik chronisch ziek ben, leef ik dagelijks met onzekerheid en niet weten. Mijn ziekte krijgt weinig aandacht, wordt vaak gepsychologiseerd en echte ondersteuning moet ik grotendeels zelf zoeken. Dat was zwaar. Het gaf me het gevoel er alleen voor te staan. Vaak weet ik pas op de dag zelf wat er wél mogelijk is: kan ik wandelen, een activiteit doen of moet ik rusten?
In die onzekerheid greep ik me aanvankelijk vast aan kennis. Ik las alles wat ik kon vinden, werd lid van groepen, zocht ervaringen van anderen. Ik dacht: als ik het maar weet, dan vind ik ook de oplossing. Het gaf me ook een gevoel van controle, soms zelfs hoop. Maar hoe meer ik zocht, hoe meer ik ook de grenzen van dat weten ontdekte. Niet alles laat zich verklaren of voorspellen. En dat besef was confronterend. Het bracht onrust en soms ook moedeloosheid. Toch leerde ik langzaam dat ik ook kon oefenen met het niet weten zelf, hoe pijnlijk en uitdagend dat soms ook voelde. Want niet weten kan in het begin heel eng en spannend aanvoelen, alsof er geen controle meer is.
"Only don’t know. Don’t make anything. Don’t hold anything. Then your mind is clear like space." – Seung Sahn
Ook in de samenleving zie ik hoezeer we gericht zijn op weten. We zoeken houvast in theorieën, modellen, voorspellingen. Natuurlijk hebben we weten nodig. Kennis is belangrijk en kan ons richting geven, taal om ervaringen te delen, inzicht om te handelen. Ook in de klimaatcrisis zien we hoe cruciaal kennis is. Er is een brede wetenschappelijke consensus dat klimaatverandering reëel is, door de mens wordt veroorzaakt en enorme gevolgen heeft. Dat staat voor mij niet ter discussie.
En toch werken wetenschappers met modellen. Die geven ons richting, maar nooit 100% zekerheid. We weten niet precies hoe snel processen verlopen, waar kantelpunten liggen, of hoe samenlevingen zullen reageren. Dáár zit het niet weten. En juist dát stuk maakt ons vaak onrustig, omdat onzekerheid bedreigend voelt. We verlangen naar zekerheid, controle, antwoorden.
Voor mij werd dat nog eens extra voelbaar toen ik ook op dit gebied steeds meer kennis probeerde te vergaren. Ik dacht dat het me grip zou geven, maar in werkelijkheid bleef mijn zenuwstelsel gespannen.Zoveel mensen, zoveel kennis, zoveel stelligheid. Wie ben ik als ik het niet weet? Wat heb ik eigenlijk te bieden in een wereld die lijkt te draaien om antwoorden en kennis?
Langzaam ontdekte ik dat niet weten niet hetzelfde is als falen of tekortschieten. Het is juist een beoefening in aanwezigheid. In plaats van mezelf te verliezen in verklaringen, kan ik mijn aandacht terugbrengen naar het hier en nu: mijn ademhaling, het licht dat door de bomen valt, de grond die mij draagt. Niet weten opent ruimte voor nieuwsgierigheid, mildheid en verwondering.
Leven met niet weten betekent ook dat ik me niet laat verlammen door onzekerheid. Want feit is: we weten allemaal veel niet. Je weet niet hoe je dag morgen zal zijn, of je ziek wordt, of welke onverwachte wendingen er komen. En toch gaat het leven door. Niet weten vraagt moed, maar het nodigt ook uit om steeds opnieuw aanwezig te zijn.
En misschien is dat precies waarom niet weten zo belangrijk is. Het doorbreekt de illusie dat we alles kunnen beheersen. Het opent ruimte voor verwondering, creativiteit en nieuwe perspectieven. Niet weten nodigt ons uit om minder te verkrampen in ons eigen gelijk, en om nieuwsgierig te blijven naar elkaar en naar wat mogelijk is. Het maakt ons veerkrachtiger, omdat we leren omgaan met het onverwachte. En het geeft bedding voor vertrouwen en hoop: we blijven handelen, niet omdat we zeker weten dat het goed komt, maar omdat we weten dat het de moeite waard is.
Dat is ook wat Joanna Macy actieve hoop noemt: hoop die niet leunt op zekerheid, maar op de keuze om te blijven handelen, ook midden in onzekerheid. Voor mij betekent dat: blijven schrijven, blijven verbinden, blijven bijdragen – ook al weet ik niet wat de uitkomst zal zijn.
We hebben weten nodig. Maar evenzeer hebben we niet weten nodig. Want alleen daar, in de ruimte van onzekerheid, ontstaat de mogelijkheid om te voelen, om aanwezig te zijn, en om samen te zoeken naar hoopvolle wegen. Niet weten opent ruimte voor verwondering, voor verbinding met elkaar en voor vertrouwen dat we, ook zonder alle antwoorden, toch onze weg kunnen vinden.
Hoe leef jij met niet weten? Kun je het zien als een last, maar misschien óók als een bron van hoop?
"Not knowing is most intimate." – Zen-gezegde





Opmerkingen